donderdag 18 april 2013

Et enfin... Bleau!

Het gure weer in het begin van dit jaar zorgde ervoor dat we nog niet eerder buiten konden spelen. De weersvoorspellingen waren afgelopen weekend het meest gunstig voor Fontainebleau (FR) in verhouding tot de alternatieven Berdorf (LU) of Beez (BE).

Zaterdagochtend ging de wekker bij het krieken van de dag. En nog gapende bij het ochtendgloren waren we snel en route... Even over twaalven kon de crashpad op de rug en liepen we naar het gebied Cul de Chien in het magische Fôret des Trois Pignons. Gewapend met de nieuwste en klassieke topo van Jack Godoffe sprongen we het eerste circuit in. Na een paar succesjes hingen we dan in de parel Le Toit du Cul de Chien, 7a. Veel verder dan de beruchte mono in het dak kwamen we helaas niet.


Ondergetekende in Trompe l'Oeil, 5c

Cul de Chien is herkenbaar aan het markante blok Le Bilboquet dat eenzaam op de zandvlakte ligt. Sinds enige tijd is het verboden om op dit blok te klimmen vanwege instortingsgevaar. En instorten had het helaas gedaan.

Hier, Martin in 2011 in al onze naïviteit. Anno 2013 is een groot brok zandsteen afgebroken precies op de plek waar Martin nu hangt.

Inmiddels was het heel licht gaan miezeren. Martin wilde graag nog een projectje van vorig jaar klimmen in Rocher aux Sabots. Daar hebben we onze tijd uitgezeten onder een dak, hopende dat het droog zou worden. Het omgekeerde gebeurde en we dropen af richting hotel, richting een paar welverdiende glazen karmelietenbier.

De tweede dag, en de laatste dag al weer, hingen we al om 9 uur 's ochtends in een 7a, Graviton. Dat was het project dat gisteren verregend was. Gelukkig was hij nu net droog genoeg om een kans te maken. Na heel lang werken en vele pogingen tot mantelen moesten we onze meerdere erkennen. Maar dit project is zeker haalbaar dit jaar. Tegenover Graviton ligt de 7b dyno Smash. Als tussendoortje leuk, maar nog heel ver weg...


Martin in Graviton, 7a.

Helaas konden we Graviton niet aftikken, maar misschien wel een ander project dat van vorig jaar nog op de plank lag, le P'tit Toit, 6c. Terug naar de parkeerplaats waar het inmiddels erg druk was geworden met wandelaars, dagjesmensen en trailrunners. Verhoudingsgewijs meer dan buitenlandse klimmers zoals je veelal ziet tijdens de traditionele feestdagen. Enfin, we parkeren de auto aan de andere kant van het bos. Richting het gebied 95.2 waar P'tit Toit ligt. Onderweg daarheen hadden we nog een mooie 7a gespot in de database bleau.info, waar we de crashpad nog graag onder wilden liggen: Rude Boy. Conclusie, voor een knee-bar moet je een lange broek aan en we zijn niet sterk genoeg...

Rude Boy, 7a

Strompelend komt een klimmer de heuvel opgelopen, steunend op een stok in zijn ene hand, een fles melk in de andere hand. "Ca va?" vraagt Martin. "Euh... Mal chute d'Apremont." Oke, als wij niet Frans zijn, en hij ook niet, zullen we daarom een andere taal proberen?! "I'm from Scotland!". Een geanimeerd gesprek over mooie 7a's volgde in het Engels.

Het pad kronkelt dieper het gebied in van 95.2 en leidt naar het hoofdpijndossier P'tit Toit. Vorig jaar bleven we steken bij de crux van de route, ook dit jaar lukte die pas niet. Poging na poging, en het lichaam begon te protesteren. Schaafwonden op de kuiten, onderarmen, en kuiten noopten ons om op tijd te stoppen. We blijven het verder dit jaar weer proberen. De energie was op; tijd om naar huis te gaan,,,

Le P'tit Toit, 6c

Martin in P'tit Toit