Bestemming: Fontainebleau. Uitgestrekte velden met koolzaad stonden felgeel in bloei.
Met wat meer klimdagen in het vooruitzicht dan een paar weken geleden hadden we minder haast. Aan het einde van de Franse siësta arriveerden wij in een lange rij bij camping La Musardière. "Complet" stond op het bordje dat aan de deur hing. Ook bij camping Les Pres was hetzelfde bericht te lezen. We waren genoodzaakt om ons heil te zoeken in een shabby motel. Het beloofde dus een druk weekend te worden...
Het koste even wat tijd, maar daar stonden we dan aan het begin van het circuit in Rocher Canon. De eerste mensen dropen al af. Na een warming-up van 4'tjes en 5'jes springen we in de zesdegraads boulders. Martin klimt Dure Limite en La Fosse Septique; beiden staan respectievelijk als 6a en 6a+ genoteerd in de topo. Zelf hang ik in l'Ancien, 6a. Ingedraaid op een bak moest ik met links naar een slecht kuiltje waar net drie vingertopjes in passen. Ternauwernood kreeg ik slechts twee vingertopjes op de juiste plek. Op het moment dat ik die belastte met mijn lichaamsgewicht, voelde ik een pijnscheut van onder mijn pols tot diep in mijn vingertoppen doordringen. Na wat bijgekomen te zijn van de schrik stapte ik weer geconcentreerd de boulder in. Niet aan de pijn denkend stond ik nu zowaar bovenop! Na een lange tijd van blessureleed klom ik eindelijk weer een 6a in Fontainebleau. Het gevoel bovenop de boulder blijft onbeschrijvelijk als je dat weet te bereiken na hard werken. Martin probeert nog zijn project, de hoge en 'sketchy' Styrax, 6b; hij boekt progressie.
Ondergetekende in La Fosse Septique, 6a+
l'Ancien 6a
Martin in Styrax 6b
Blijkbaar is Hemelvaart één van de drukste weekenden in Bleau samen met Pasen, het traditionele openingsweekend. Onze aanpak was als volgt: 's ochtends en aan het begin van de middag boulderen in een relatief rustig gebied, 's middags een lange pauze van een paar uur en dan aan het begin van de avond weer een bouldersessie in een groter en drukker gebied. Het is verbazingwekkend hoe rustig en moederziel alleen je kan zijn in een groot bos in een dergelijk druk weekend.
Onze keuze voor de ochtendsessie van de tweede dag valt op Mont Ussy; een rustig gebied grenzend aan de noordelijke buitenwijken van Fontainebleau. De enige anderen met dit idee waren een Duits gezinnetje, een eenzame Fransoos en... een jong katje. Het gebied was rustig, maar het rode circuit was niet heel mooi met veel traverses en slechte landingen. Veel verder dan een 5c komen we niet, Dose de Sables. Off circuit konden we (gelukkig) de highball La Pandora 7a+, niet vinden.
Zo te zien een lastige boulder, Dose de Sables, 5c.
In de omgeving van Fontainebleau bestaan talloze mogelijkheden om te overnachten. Slechts op een paar aangewezen plekken kan legaal gebivakkeerd worden. Gisteren bij Rocher Canon lazen we een lijst met campings op een bord. Met die opgeslagen info belden we vandaag een rondje om ons motel te wisselen voor de eenvoud van een camping. De derde camping was al raak: La Belle Etoile in Melun. En wat blijkt, de eigenaresse is Nederlands. We zetten ons tentje op met uitzicht op de Seine; de beroemde rivier die zich 50 kilometer verder door de Franse hoofdstad Parijs slingert. De rustige camping blijkt werkelijk een verademing te zijn in vergelijking met de klimmersgekte op de andere campings. Weliswaar is de ligging iets meer uit de richting van de klimgebieden, maar de rust en het schone sanitair maken dat meer dan goed.
Uitzicht vanaf de camping op de Seine
Na een stevig bord vol Jambalaya gingen we 's avonds naar Bas Cuvier. In dat gebied is het boulderen ontstaan en ontwikkeld vanaf de jaren '30 en '40 in de vorige eeuw. Helaas heeft de tand des tijds hier haar sporen achter gelaten. Treetjes zijn zwart, afgespekt en glad. Overal is de bosgrond bezaaid met WC-papier, condooms en allerlei restjes van klimgerei.Toch blijken de klassieke boulders een magische aantrekkingskracht te bezitten en is Bas Cuvier onmetelijk populair. Helaas blijkt mijn handblessure parten te spelen en ik besluit te stoppen voor vanavond. Martin klimt de klassieker La Marie-Rose; de eerste 6a ooit geopend in Fontainebleau! Hij had er 3-4 sessies voor nodig verspreid over verschillende klimtrips.
Martin in de eerste 6a ooit geopend in Fontainebleau, La Marie-Rose, 6a
Zaterdag viel de keuze op Gorge d'Apremont. Vanwege mijn handblessure hadden we een 6a plaat uitgezocht met de alleszeggende naam Science Friction. In mijn tweede poging zipte mijn schoen van een miniscuul treetje en blijft mijn nagel hangen achter een vlijmscherp randje. Resultaat is een gebroken en bloedende nagel; einde klimsessie. Anticiperend op weinig klimactiviteit had ik al mijn trailrunning outfit ingepakt voor een loopje door het bos. Na minder dan vijf minuten hardlopen barst een hevige regenbui los. Onder een grote rots begreep ik Jobs beproevingen.
De lunch werd genoten met een driedubbele uitsmijter. Onder een heerlijk brandend zonnetje werden de plannen besproken. Zondag zouden we niet meer klimmen, maar 's ochtend weer inpakken en naar huis. Niet alleen telde de som van mijn blessures, hand, blauwe teen en gebroken nagel, maar ook Martin had overal spierpijn na een paar sessies boulderen. 's Avonds support ik Martin in zijn projecten en maak vooral foto's. Al was de drukte afgenomen in het bos van Trois Pignons, onder al zijn projecten lagen vreemde crashpads. Op de terugweg naar de parkeerplaats bleek gelukkig Yoga vrij, een 7a op een prominent blok in Rocher des Souris. Voor deze laatste keer was het een blok teveel. Barbecuen, snel herstellen en weer terug.