Met de auto werd ik afgezet aan het einde van het asfalt in het Ravin de la Grave. Daar bij de kleine vesting les Trois Bastide begon ik de voettocht richting de kapel waarbij ik de eerste paar honderd meter werd vergezeld door een vriendelijke boerenerfhond. Met zijn blik leek hij te zeggen: "Succes vreemdeling, pas goed op jezelf."
Het was heet die dag en tussen de steile heuvels bleef de hitte gebundeld in het ravijn waar ik passeerde. Langgerekte groene hagedissen schoten voor mij weg de struiken in. Langzaam eindigde het ravijn en steeg de weg. Op de kaart had ik een alternatieve route gezien die interessanter leek, dan zou ik de normaalroute voor de terugweg tegoed houden. Tegen beter weten negeerde ik de bordjes die verwezen naar de kapel. De weg draaide verder omhoog, een hert werd wreed gestoord in zijn middagslaapje en springt van mij weg de helling op. Op een gegeven moment constateer ik dat de zon al een poosje fel in mijn gezicht schijnt. Ik loop naar het zuiden! En de route loopt volgens de kaart zeker naar het noorden. Omdraaien dus en gelukkig was het juiste pad snel gevonden.
Een smal kronkelpaadje leidde door de koelte van een bos tot bovenop de heuvelrug. Daar gaf de hoogtemeter aan dat ik me meer dan 1000 meter boven de zeespiegel begaf. Richting de kapel vervolgde het pad over de heuvelrug waarbij de wisselende begroeiing af en toe een prachtig panorama prijs gaf. Boven mij cirkelde zweefvliegtuigjes, gedreven op de thermiek scheerden ze langs de heuvels. De lucht trilt. Als ik ver weg kijk zie ik de heuvels langzaam overgaan naar hogere bergen, de Alpen. De zeldzame pracht overweldigde deze solitaire reiziger...
Verderop zeg ik een gebouw staan. Het leek op een schuilplaats voor vee van veraf. Maar een vlugge blik op de kaart gaf aan dat het gebouw wel de kapel moest zijn. Van dichtbij gaf een grote plakkaat op het gebouw aan dat het La Chapelle Saint-Joseph is. Vroeger was het een kapel getuigende de kerkklok die er nog hangt, in de oorlog was het een verzetshaard en sindsdien een vervallen krot. De deuren hangen uit de scharnieren, muurtjes zijn deels ingestort en het stinkt er vooral heel erg. Een korte beschrijving op de achterkant van de kaart leert mij dat de kapel nu dienst doet als overnachtingsplek voor herders en pelgrims.
Het uitzicht was zeker de moeite waard om zover te lopen. Genietend nog van de zon en het panorama drink ik snel een energiedrankje weg, snacken en vooral snel naar beneden. Normaalgesproken valt de terugweg altijd tegen, in je eentje wil je nog sneller naar beneden. Op naar het terras, naar een koud glas Côtes de Provence.