De navigatie werd ingesteld op het Franse skidorp La Toussuire in de Savoie. Vanaf Lyon begint de reis pas serieuze kriebels te geven. Door het panorama-dak van Michel zijn leenbak ontvouwde zich voor ons het typische Chartreuse massief; de poort naar de Alpen. Even verder op rij je richting de statige Mont Blanc en heb je overal om je heen de ski-gebieden voor het uitkiezen. Samen met Michel was ik hier een paar jaar geleden al in de buurt, Saint-Jean-d'Arves. Inmiddels een paar ski-jaren verder hoopte ik dezelfde pistes, van het ruim 300 kilometer lange gebied Les Sybelles, een stuk soepeler af te komen.
Ook vanuit het skigebied Les Sybelles is de Mont Blanc duidelijk herkenbaar
Les Sybelles; ruim 300 kilometer skigenot
Les Aiguilles d'Arves. Met hun 3510 meter hoog het symbool van het skigebied Les Sybelles
De eerste paar dagen werden vooral gebruikt om zoveel mogelijk meters te verkennen rond de dorpen La Toussuire, Le Corbier en Saint-Sorlin-d'Arves. Al deze gebieden kennen een grote keus aan fantastische pistes voor zowel de beginnende als wel de gemiddeld gevorderde skiër. De dorpen zijn verbonden via de L'Ouillon; een 2431 meter hoge, vlakke en winderige top die niets meer is dan een troosteloos doorschakelpunt. Snel door naar beneden! Met name Saint-Sorlin kent lange afdalingen vanaf Les Perrons (2620 m.), het letterlijke hoogtepunt van de week.
La Toussuire. Linksonderin ligt ons appartement rood omcirkeld. Klik op de foto voor een vergroting.
Het gebied Les Sybelles is dus niet een erg hoog gelegen gebied zoals La Plagne of Tignes. Ons verblijf in La Toussuire lag met 1750 meter wel relatief hoog. Qua hoeveelheid sneeuw hadden we niets te klagen. Bovenop de berg lag al een pak van 90 cm. en op de dag van aankomst kwam daar nog eens 20 cm. bij. Tel daarbij op dat het kwik de gehele week amper boven de 0 graden is gekropen. Het was de beste sneeuwconditie die wij ooit tijdens een skivakantie hadden meegemaakt. Door deze condities konden we lange dagen maken en voldaan pakten we traditioneel aan het einde van de middag een vin chaud op de top van de Marolay (2041 m.). Een beetje tipsy werden we daarna door de bully's van de piste geveegd. Het was geen enkel probleem dat het inmiddels schemerde en de liften lang gesloten waren, want ons appartment lag immers direct onderaan de piste. Een ongekende luxe en iets wat we ook nog niet eerder zo hadden uitgekozen.
Halverwege de week voegde nog een drietal enthousiastelingen zich toe aan ons gezelschap in het nu wel erg knus appartement. Rein, Jack en Karen pakken wat rust 's ochtends als wij met de Grand Truc (2209 m.) nog een andere top uit de buurt afdalen. Met Karen, de vriendin van Michel, had zich een vrouw gemengd in de door testosteron gedreven sfeer. Voorzichtig werden de slechte grappen ingeslikt, maar het Kronenbourg-infuus bleef onverminderd aangehangen 's avonds.
Jack liet zich de eerste dag niet onbetuigd. Bij het missen van de afslag naar Corbier duikt hij de tiefschnee in. Overtuigd dat we nog de piste zouden bereiken, belanden we echter op de parkeerplaats van een restaurant. Uitklikken en een biertje dan maar.
Corbier duikt op uit de wolken
De dag daarna volgde een toer van het laag gelegen Bottières helemaal naar het andere uiterste van het gebied; met 1100 meter is Saint-Colomban-des-Villards het dieptepunt van het gebied. Na veel paden af gegleden te zijn lunchen we daar tussen de dronken Slowaken. Niet echt een aanrader dus. Tijdens de terugweg naar La Toussuire werd het weer als maar slechter. De gevoelstemperatuur dipte richting de -20 graden en het zicht werd minimaal. De helft besloot huiswaarts en te keren en wij pakten nog wat afdalingen naar Corbier. Daar op een rode buckelpiste, brak Jack één van de bindingen van zijn zelf gefabriceerde ski's. Einde oefening en op één been weet hij nog bij een liftje te geraken voor een lift naar beneden.
Tour van Bottières naar Saint-Colomban-des-Villards
Het zicht was inmiddels zo slecht geworden dat Jaco en ik niet meer bovenlangs wilden, maar off-piste probeerde af te steken richting La Toussuire. Het beloofde een avontuurtje te worden tussen de bomen in de kniediepe sneeuw. Op een gegeven moment was een val onvermijdelijk waarbij mijn linkerski onder een dikke witte laag terecht kwam. Na vijf minuten zoeken konden we weer onze weg vervolgen. Helaas zonder het gewenste resultaat en we moesten alsnog bovenlangs. Daar was het niet eens mogelijk om de overkant van de piste te zien. Voorzichtig schoven we langs de paaltjes aan de bergkant naar beneden, om maar niet pardoes links van het randje te vallen. Met een sterk verhaal rijker kwamen we uiteindelijk verkleumd thuis aan.
Uitzicht van ons terras.
De allerlaatste dag was ook de meest fantastische dag. Een beter afscheid van Les Sybelles konden we ons niet wensen. De hele dag scheen de zon en bleef het rond de 0 graden, een lunch op ons eigen terras vol op het zonnige zuiden met een klein biertje, en Jack zette ons 's middags nog aan het werk met een paar technische oefeningen. De dag leek maar niet tot een einde te kunnen komen. Dat wordt een lang jaar afwachten.
Groeten uit Les Sybelles
GoPro videomateriaal volgt later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten