maandag 31 maart 2014

Vingers trainen tot het stuc van de muur valt

Geïnspireerd door het krachtige geweld tijdens boulder 3 in Boulderhal Sterk heb ik het trainingsboard opgehangen. Dat is eigenlijk vrij vlot na mijn verjaardag in februari, want van horen zeggen liggen sommige training boards wel maandenlang weg te kwijnen in garages...

Nu hopen dat het board niet met muur en al naar beneden komt zetten.

Net hersteld van een blessure moet wel eerst overleg gepleegd worden met de fysiotherapeut; Mathieu Ceron. Hij beloofde een trainingsschema te hebben om op een geleidelijke manier de vingerkracht op te bouwen, met minder risico op blessures. Dat wordt puzzelen om de extra training in te bouwen.

Voorbeeld oefening - entry level -

zondag 2 maart 2014

Prachtig skiën in de Savoie

We maakten ons op voor lekker weekje skiën. Inmiddels was dat al weer ruim een maand geleden. De dames zouden thuisblijven door allerlei redenen. Niet iedereen bleek dat een week vol te kunnen houden...

De navigatie werd ingesteld op het Franse skidorp La Toussuire in de Savoie. Vanaf Lyon begint de reis pas serieuze kriebels te geven. Door het panorama-dak van Michel zijn leenbak ontvouwde zich voor ons het typische Chartreuse massief; de poort naar de Alpen. Even verder op rij je richting de statige Mont Blanc en heb je overal om je heen de ski-gebieden voor het uitkiezen. Samen met Michel was ik hier een paar jaar geleden al in de buurt, Saint-Jean-d'Arves. Inmiddels een paar ski-jaren verder hoopte ik dezelfde pistes, van het ruim 300 kilometer lange gebied Les Sybelles, een stuk soepeler af te komen.

Ook vanuit het skigebied Les Sybelles is de Mont Blanc duidelijk herkenbaar

Les Sybelles; ruim 300 kilometer skigenot

Les Aiguilles d'Arves. Met hun 3510 meter hoog het symbool van het skigebied Les Sybelles

De eerste paar dagen werden vooral gebruikt om zoveel mogelijk meters te verkennen rond de dorpen La Toussuire,  Le Corbier en Saint-Sorlin-d'Arves. Al deze gebieden kennen een grote keus aan fantastische pistes voor zowel de beginnende als wel de gemiddeld gevorderde skiër. De dorpen zijn verbonden via de L'Ouillon; een 2431 meter hoge, vlakke en winderige top die niets meer is dan een troosteloos doorschakelpunt. Snel door naar beneden! Met name Saint-Sorlin kent lange afdalingen vanaf Les Perrons (2620 m.), het letterlijke hoogtepunt van de week.

La Toussuire. Linksonderin ligt ons appartement rood omcirkeld. Klik op de foto voor een vergroting.

Het gebied Les Sybelles is dus niet een erg hoog gelegen gebied zoals La Plagne of Tignes. Ons verblijf in La Toussuire lag met 1750 meter wel relatief hoog. Qua hoeveelheid sneeuw hadden we niets te klagen. Bovenop de berg lag al een pak van 90 cm. en op de dag van aankomst kwam daar nog eens 20 cm. bij. Tel daarbij op dat het kwik de gehele week amper boven de 0 graden is gekropen. Het was de beste sneeuwconditie die wij ooit tijdens een skivakantie hadden meegemaakt. Door deze condities konden we lange dagen maken en voldaan pakten we traditioneel aan het einde van de middag een vin chaud op de top van de Marolay (2041 m.). Een beetje tipsy werden we daarna door de bully's van de piste geveegd. Het was geen enkel probleem dat het inmiddels schemerde en de liften lang gesloten waren, want ons appartment lag immers direct onderaan de piste. Een ongekende luxe en iets wat we ook nog niet eerder zo hadden uitgekozen.

Halverwege de week voegde nog een drietal enthousiastelingen zich toe aan ons gezelschap in het nu wel erg knus appartement. Rein, Jack en Karen pakken wat rust 's ochtends als wij met de Grand Truc (2209 m.) nog een andere top uit de buurt afdalen. Met Karen, de vriendin van Michel, had zich een vrouw gemengd in de door testosteron gedreven sfeer. Voorzichtig werden de slechte grappen ingeslikt, maar het Kronenbourg-infuus bleef onverminderd aangehangen 's avonds.

Jack liet zich de eerste dag niet onbetuigd. Bij het missen van de afslag naar Corbier duikt hij de tiefschnee in. Overtuigd dat we nog de piste zouden bereiken, belanden we echter op de parkeerplaats van een restaurant. Uitklikken en een biertje dan maar.

Corbier duikt op uit de wolken

De dag daarna volgde een toer van het laag gelegen Bottières helemaal naar het andere uiterste van het gebied; met 1100 meter is Saint-Colomban-des-Villards het dieptepunt van het gebied. Na veel paden af gegleden te zijn lunchen we daar tussen de dronken Slowaken. Niet echt een aanrader dus. Tijdens de terugweg naar La Toussuire werd het weer als maar slechter. De gevoelstemperatuur dipte richting de -20 graden en het zicht werd minimaal. De helft besloot huiswaarts en te keren en wij pakten nog wat afdalingen naar Corbier. Daar op een rode buckelpiste, brak Jack één van de bindingen van zijn zelf gefabriceerde ski's. Einde oefening en op één been weet hij nog bij een liftje te geraken voor een lift naar beneden.

Tour van Bottières naar Saint-Colomban-des-Villards

Het zicht was inmiddels zo slecht geworden dat Jaco en ik niet meer bovenlangs wilden, maar off-piste probeerde af te steken richting La Toussuire. Het beloofde een avontuurtje te worden tussen de bomen in de kniediepe sneeuw. Op een gegeven moment was een val onvermijdelijk waarbij mijn linkerski onder een dikke witte laag terecht kwam. Na vijf minuten zoeken konden we weer onze weg vervolgen. Helaas zonder het gewenste resultaat en we moesten alsnog bovenlangs. Daar was het niet eens mogelijk om de overkant van de piste te zien. Voorzichtig schoven we langs de paaltjes aan de bergkant naar beneden, om maar niet pardoes links van het randje te vallen. Met een sterk verhaal rijker kwamen we uiteindelijk verkleumd thuis aan.

Uitzicht van ons terras.

De allerlaatste dag was ook de meest fantastische dag. Een beter afscheid van Les Sybelles konden we ons niet wensen. De hele dag scheen de zon en bleef het rond de 0 graden, een lunch op ons eigen terras vol op het zonnige zuiden met een klein biertje, en Jack zette ons 's middags nog aan het werk met een paar technische oefeningen. De dag leek maar niet tot een einde te kunnen komen. Dat wordt een lang jaar afwachten.

Groeten uit Les Sybelles

GoPro videomateriaal volgt later.

vrijdag 21 februari 2014

Geen schade...

Sinds het laatste tripje Bleau, en door het intensieve boulderen in de boulderhal, kreeg ik steeds meer en meer last van mijn rechter middelvinger. Het spookbeeld van het jaar 2012 vol blessureleed schoot door mij heen. Bij boulderhal Sterk in Utrecht bestaat sinds kort een vrij inloopspreekuur met fysiotherapeut en topklimmer Mathieu Ceron. Daar constateerde hij een peesschedeonsteking en adviseerde ondermeer submaximaal klimmen en een week lang ibuprofen maximaal te doseren. Een vervolgafspraak met een echo was noodzakelijk voor bevestigende diagnostiek.

als gevolg van een irritatie of ontsteking kan er een knobbel ontstaan

Deze week was het dan zover. Het was speuren naar vage vlekken op een zwart-witte achtergrond van de echoscopie. Uiteindelijk constateerde de fysiotherapeut dat de onsteking in de peesschede flink geslonken was en dat de bandjes onbeschadigd waren. Dat betekent goed nieuws! Geen indicatie voor een spuit vol met corticosteroiden. Dus ik moet verder gaan met kortere klimsessies, niet teveel maximaal klimmen, niet de vingers oprollen naar het arquée knijpen van grepen en vinger tapen volgens de h-tape techniek. Wanneer alles weer beter gaat meld ik me weer voor een apart trainingschema om vingerkracht langzaam op te bouwen; om dan hopelijk nooit meer geblesseerd te raken...

zondag 9 februari 2014

Dat wordt trainen!

En dat allemaal dankzij mijn lieve vriendin, die vindt dat er nu eens serieus getraind moet worden voor het boulderen. Voor mijn verjaardag kreeg ik een Metolius 3D Simulator trainingsbord.


Voor diegene die niet weten hoe een trainingsbord er uit ziet...

Pull-ups, lock offs, dead hangs... one arm pull-up. Noem het maar op, en het gaat allemaal getraind worden. Peesschedeontsteking in de vinger of niet, eerst het bord ophangen.

zondag 12 januari 2014

Honderd boulders beklommen

Het laatste weekend boulderen in Fontainebleau mocht dan verregend zijn, de teller van het aantal beklimmingen bleef steken op precies 100. Het magische getal nodigt uit tot een kleine terugblik...

100x bovenop een boulder staan staat gelijk aan 100x zuchten, schelden, sleuren en onelegant mantelen. Daar staat wel tegenover: 100x met gebalde vuisten in de lucht door adrenaline en bevrediging. Maar liefst 97% van alle boulders lagen in het bouldermekka Fontainebleau. Stiekem is het dus een kleine terugblik op het boulderen in dat mooie bos.

100 boulders verdeeld over de gradaties; uitleg over onsight, flash en redpoint staat hier. Sinds twee jaar wordt er fanatiek geklommen en daarom is 97% van alle boulders geklommen vanaf 2011.

Totaal aantal boulders: 100
Gemiddeld aantal boulders per jaar: 33
Aantal tripjes: 14
Meeste tripjes in een jaar: 2013 met 6x, en een stijgende lijn is ingezet
Gemiddeld aantal boulders per trip: 7 (toch maar langer blijven of met beter weer, of niet geblesseerd raken)
Afgelegde afstand naar Fontainebleau (aller - retour): 11.660 kilometer

Route naar Fontainebleau

Eerste boulder ervaring: Col des Montets, een klein gebied tussen Chamonix en de grens met Zwitserland. Een klein gebied met een weergaloos uizicht op de scherpe pieken van het Mont Blanc massief.

Meest exotische boulder ervaring: Red Rock nabij Las Vegas in de Verenigde Staten. Slecht op 1 uur van de hectische Strip en weg van de lawaaige fruitautomaten, liggen de Red Rocks. Met een gehuurde crashpad dook ik moederziel alleen de woestijn in, zonder enig bereik op mijn mobiel.

Het mooiste gebied: Zonder enige twijfel: Fontainebleau in Frankrijk. De dichtheid van problemen is ontzettend hoog en ongekend in Europa. Daarnaast liggen deze boulders in een sprookjesachtig decor dat het niveau Efteling overstijgt. Op ruim 5 uur rijden ligt dit gebied in handbereik van boulderminnend Nederland. De eerste ontmoeting met 'Bleau', zoals het gebied ook wel liefkozend genoemd wordt door intimi, is vaak geen liefde op het eerste gezicht. Je moet opnieuw leren klimmen en boulders zijn zo hard gewaardeerd dat menig ego een diepe deuk oploopt. Naarmate je er vaker komt ga je vanzelf de miniscule treetjes en slopers van zacht zandsteen waarderen. Helaas hebben heel veel mensen deze droomplek ontdekt, maar behandelen het niet als zodanig. Durf anders te kiezen en zoek de kleine gebiedjes uit, of kies ervoor om ook buiten de feestdagen om te boulderen. Geloof me, wanneer je de volle parkeerplaatsen van Isatis of Cuvier ziet, dan wil niets liever dan juist de andere kant uit. Fontainebleau is een gebied waar je de rest van je leven naar terug kan keren en elke keer iets nieuws, iets prachtigs kan ontdekken.

Meest bijzonder ervaring: Gebeurde in het laatste weekend Fontainebleau, december 2013. Veel regen zorgde voor een nagenoeg leeg bos. Na lang wachten konden we pas bij het invallen van de schemering een droge boulder proberen. Op slechts een paar bivakerende boulderaards na waren we alleen op de anders zo overvolle parkeerplaats van Franchard Isatis. In het donkere bos, met de bouwlamp aan, hoofdlampjes aan, worstelen we in Le Surplomb Statique, 6a+. We waren alleen in het bos, althans dat dachten we. Als we op de parkeerplaats aankomen vlucht een troep everzwijnen voor ons weg, de veilige duister in van het magische bos.

Meest geklommen gradatie: 4A, een derde van alle geklommen boulders maar liefst. Niet heel verwonderlijk als je bedenkt dat ook buiten opgewarmd moet worden.

Hoogst gegradeerde boulder: Dallain 6C, een dyno in Gorge aux Chats. Het duurde even voordat ik volledig durfde te vliegen naar de hoge rand. Maar na veel sprongen bleef uiteindelijk mijn hand plakken aan de rand. Wat een gevoel; gedemonstreerd door dit mooi stukje videomateriaal. Al lijkt het zo wel heel eenvoudig...



Hoogst gegradeerde onsight (in 1x, zonder enige voorkennis uitgeklommen): Mini Dei in Rocher Canon, 6a. Althans, volgens de topo toentertijd. Inmiddels is de boulder op Bleau.info afgewaardeerd naar 5b/5c.

Mooiste boulder (en met meeste voldoening): La Théorie des Nuages 6b, in Bois Rond. Zondermeer kreeg ik bovenop deze boulder veruit het meest voldane gevoel. Hard werken en fraaie passen maakte deze beklimming tot een pareltje. In het Pinksterweekend van 2011 heb ik in drie dagen op rij alle passen kunnen uitwerken en linken. Dat weekend was ik net alleen op pad. Eenmaal bovenop kon ik het gevoel met niemand delen en alleen maar luidkeels uitschreeuwen door het bos.

La Théorie des Nuages 6b

Zelf geopende boulder: Le Petit Pare Dessus 5c, in Gorge aux Châts. In het paasweekend van 2012 liepen we langs dit blok met een indrukwekkende diepe zitstart. Het dak vormt het eerste gedeelte van de 7a+ Le Pare Dessus, maar wordt vervolgd door een directe finish op slopers. Een mooi boulder met krachtige passen door het dak, een atletische mantel om uit het dak te geraken, en dan technisch eindigen. Thuis werden de topo's en databases gecontroleerd, maar nergens kon ik deze logische variant terug vinden. Snel een mailtje gestuurd naar de beheerder van bleau.info en de bevestiging van een eerste beklimming was binnen. Het voelde als een 6a, maar heb toch veilig gekozen met een 5c waardering. Ik kan alleen maar iedereen aanraden om er eens in te stappen. Je zal zeker niet worden teleurgesteld.

Een bleausard mantelt hier uit het dak van le Petit Pare Dessus, 5c

Mijn droomboulder: Karma 8a (8a+) in Franchard Cuisinière. Eerste beklimming was al in 1995 door boulderlegende Fred Nicole. Daarna is het een klassieker geworden en geklommen door vele boulderhelden als Paul Robinson en Nalle Hukkataival. Als het mij ooit gegeven is om een 8a te klimmen, dan graag deze. Een prachtig boulder waarin een paar typische Bleau-stijl passen noodzakelijk zijn om bovenop te komen.


Karma

zondag 5 januari 2014

BLOK stopt. Wat nu?

Klimmen Nederland verliest helaas het mooiste magazine: Bl.ad o.ver k.limmen oftwel BLOK. De belangrijkste reden was geen geld. Misschien is Nederland te klein voor een goed magazine over sportklimmen en boulderen.


BLOK is gestopt, abonnement op Bergen is opgezegd, dus ruimte in de tijdschriftenbak voor nieuwe magazines. Proefexemplaren van Climbing, Rock & Ice en Climax zijn onderweg... Climbing schrijft veel over sportklimmen en boulderen, Rock & Ice staat bekend om de fraaie vormgeving en Climax is Europees geörienteerd, maar Duitstalig. Zouden er dan echt drie andere magazines nodig zijn om BLOK te vervangen?